Direct contact met Ongediertebestrijding Westland?

We zijn 24/7 bereikbaar voor noodsituaties die om een directe oplossing vragen.

Mieren

Mieren behoren tot de orde van de Hymenoptera of vliesvleugelige. Het zijn sociaal levende, statenvormende insecten. Een mierenstaat omvat in de regel een aantal, in verband met hun werkzaamheden, sterk gespecialiseerde individuen.

Soorten tuinmieren

De tuinmieren die zich onder of in de nabijheid van gebouwen kunnen vestigen behoren gewoonlijk tot de volgende soorten:

  • De zwartbruine wegmier (Lasius niger L.). Dit zijn zwartbruine tot zwarte mieren. De koningin is donkerbruin. De mannelijke exemplaren zijn donker tot zwartbruin met glasheldere vleugel.
  • De glanzende houtmier (Lasius fuliginosus Latr.). Dit zijn glimmende zwarte mieren. De mannelijke exemplaren hebben gedeeltelijk bruin berookte vleugels. Deze mier ruikt sterk aromatisch, vooral als men ze tussen de vingers fijn wrijft.

De werksters

Dit zijn onvruchtbare vrouwelijke exemplaren. Hun plicht is te zorgen voor de voedselvoorzieningen van de staat. Het zijn deze werksters die ons door hun omzwervingen op zoek naar voedsel last veroorzaken. Als een werkster een rijke voedselbron heeft gevonden, maakt zij de overige werksters hierop attent, die dan langs een door de vindster aangegeven spoor naar de bron gaan om hulp te bieden bij het binnenhalen van het gevonden voedsel. Zo ontstaan de zgn. mierenstraten. Deze geven dus de richting aan waarin men het mierennest moet zoeken, een waardevol gegeven bij de bestrijding. Naast de zorg voor de voedselvoorziening hebben de werkster tot taak de verzorging van de koningin en het broed.

Koninginnen

Dit zijn vruchtbare vrouwelijke individuen die als eerste tot taak hebben te zorgen voor de instandhouding van de soort. Zij leggen de eieren. Gewoonlijk komt de koningin, als de staat normaal gevestigd is, niet meer buiten het nest. De koninginnen zijn in het algemeen aanzienlijk groter dan de werksters.

Mannetjes

Zijn in bepaalde tijden (per soort verschillend) van het jaar aanwezig. Mannetjes zijn de gevleugelde exemplaren, evenals de jonge, nog onbevruchte koninginnen. Zij dragen zorg voor het in stand houden van de soort en het stichten van nieuwe kolonies. Bij tuinmieren (Lasius-soorten) zijn zij in de maanden juli tot september in het nest aanwezig. Bij gunstige weeromstandigheden vliegen ze uit; de zgn. bruidsvlucht. "Vliegende mieren" zijn dus de gevleugelde vruchtbare individuen van een bepaalde soort. Tijdens de bruidsvlucht vindt de bevruchting plaats. Daarna sterven de mannetjes. De bevruchte koninginnen werpen de vleugels af en stichten een nieuwe kolonie (al of niet na overwintering).

Soldaten

Bij bepaalde mierensoorten komen ook nog soldaten voor. Dit zijn onvruchtbare vrouwelijke exemplaren, die zich van de werksters onderscheiden door extra grote kaken; zij hebben tot taak het nest tegen indringers te verdedigen. Soldaten treft men bij de tuinmieren echter niet aan.

Wering

Om te voorkomen dat mieren van buiten worden aangetrokken, dient men levensmiddelen, die aantrekkelijk voor ze zijn, zoals jam, suiker e.d. te bewaren in goed gesloten voorraadpotten/-dozen bussen. 's Nachts geen vuil vaatwerk laten staan. Afvalemmers goed gesloten houden. Enkele exemplaren die toch nog binnenkomen kan men verwijderen met behulp van de stofzuiger

Bestrijden

Het bestrijden van mieren dient alleen plaats te vinden, wanneer deze insecten in gebouwen werkelijk last veroorzaken. ; enkele rondlopende mieren doen geen kwaad en veroorzaken geen schade. Wanneer deze insecten echter een nest hebben gemaakt van waaruit ze steeds in aantallen een huis of een gebouw binnenkomen, kan een bestrijding uit hygiƫnisch oogpunt nodig zijn. In tuinen, parken en bossen zijn mieren nuttig door het verdelgen van allerlei schadelijke insecten.